Van de partij!

Al jaren klinkt de weeklacht dat het ledental van politieke partij daalt. Dat is ook afgelopen jaar weer het geval geweest, maar niet over de hele linie. De drie grote partijen, PvdA, VVD en CDA, liepen verder in ledental terug. De Christenunie - in ledental de vierde partij -, GroenLinks, de SP en zelfs D66 groeiden, maar minder dan de andere partijen verloren.

De brutocijfers laten echter niet zien dat bij sommige partijen en op sommige plaatsen sprake is geweest van sterke ledengroei. Vooral GroenLinks en de Partij van de Arbeid profiteerden van dit verschijnsel. Maar erg verheugd is men daar niet met de onverwachte toestroom, die steeds plaatsvond in de weken vlak voorafgaande aan de kandidaatstelling voor de (deel)gemeenteraad. Steeds bleek het immers te gaan om kandidaten voor zo'n raad die horden familieleden, vrienden en relaties opgewekt hadden om lid te worden teneinde zich daarmee van een hoge plaats op de kandidatenlijst te verzekeren.

In Den Haag heeft dit tot een volledige scheiding der geesten in GroenLinks geleid. In 1997 overviel Ahmet Daskapan met Turkse aanhangers die een dag eerder lid waren geworden de ledenvergadering van Groenlinks en kwam zo als tweede op de kandidatenlijst terecht. Als raadslid schitterde hij door afwezigheid op raads- en commissievergaderingen en in onvermogen om met de rest van de fractie samen te werken. Uiteindelijk splitste hij zich af en vormde een eenmansfractie. Niettemin probeerde hij voor de volgende verkiezingen opnieuw voor Groenlinks in de raad te komen, en wel met behulp van dezelfde overvaltechniek. Stemmen in plaats van discussie; mede omdat een deel van Daskapans aanhang het Nederlands niet beheerst.

In de afdeling Amsterdam Zuidoost stak het landelijk bestuur van de PvdA een stokje voor een soortgelijke overval door te controleren of de nieuwe leden zich individueel hadden aangemeld en op tijd hun contributie hadden betaald. Op grond van dit onderzoek besloot het bestuur 220 zogenaamde nieuwe leden van de stemming over de kandidaatstelling uit te sluiten.

Er zijn (steeds) meer van dergelijke affaires. In het rapport dat de senatoren Ing Yoe Tan en Erik Jurgens over Zuidoost opstelden bevelen zij als remedie tegen het ronselen van stemvee aan alleen stemrecht te geven aan mensen die tenminste zes maanden regulier lid zijn. Partijvoorzitter Ruud Koole zei te willen overwegen weer ballotage voor het lidmaatschap in te voeren, een procedure die pas vrij recent is afgeschaft.

Ballotage vormde ooit een eerste verdedigingslinie tegen pogingen van andersgezinden de partij binnen te dringen en daar zo invloed uit te oefenen. De dreiging ging toen uit van communisten, maar vooral trotskisten, die 'binnendringen' (entryism) tot strategie hadden verheven. Een recent voorbeeld vormt de Franse premier Lionel Jospin, van wie enkele maanden geleden uitkwam dat hij jarenlang in het geniep actief in de Parti Socialiste was geweest als lid van een trotskistische splintergroep. In de jaren tachtig is de Britse Labour Party aan de rand van de afgrond gebracht door 'Militant Tendency', die als trotskistische partij binnen Labour opereerde.

Nu zijn het geen ideologische secten die de integriteit van politieke partijen bedreigen, maar politieke ondernemers die via een partij een machtspositie willen verwerven en te dien einde stemvee ronselen. De contributie betalen ze desnoods zelf; die bedragen vormen een schijntje van wat ze later als toelage krigen en wat ze op basis van hun status anderzins kunnen verdienen. Dat het om stemvee gaat komt naar voren uit een soortgelijke actie bij de vorige deelraadsverkiezingenin Amsterdam Zuidoost: van de toen aangemelde 149 nieuwe leden, zijn er nu 25 over.

De neiging bestaat om zulke overvaltechnieken louter in verband te brengen met de politieke cultuur van de daders, die meestal afkomstig zijn uit een ondemocratische politieke cultuur, gebaseerd op cliƫntelisme.

Maar Nederlandse partijen dragen ook zelf een zware verantwoordelijkheid. Zij zochten niet naar geschikte kandidaten met buitenlandse achtergrond die zich politiek in hun partij hadden bewezen, maar naar allochtonen van wie zij hoopten dat zij veel stemmen uit eigen kring zouden trekken. De risico's verbonden aan zo'n selectiebeleid werden verwaarloosd of genegeerd, en vaak is leergeld niet betaald.

GroenLinks Den Haag zette bijvoorbeeld in 1993 de Surinaamse schrijfster Astrid Roemer op een verkiesbare plaats voor de gemeenteraad. Na onenigheid met haar collega's stapte zij uit de fractie, maar niet uit de gemeenteraad. Raadsvergaderingen woonde zij evenmin bij als commissievergaderingen. Zij deed politiek niets aanwijsbaars, behalve de forse raadsvergoeding incasseren. Uit erkentelijkheid voor deze inspanningen ten dienste van Surinaamse Hagenaars is zij vervolgens door toenmalig minister Jan Pronk in zijn Nartionale Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking benoemd.

Goed voorbeeld doet volgen!

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
17-01-2002

« Terug naar het overzicht