Van 'essay' naar 'program'
MET JOS de Beus heb ik enigszins te doen. Bijna vier jaar maakte hij opgang als 'auteur van het PvdA-verkiezingsprogramma', dat allerwegen, niet het minst in de PvdA zelf, werd geprezen als toonbeeld van de begeerde 'vernieuwing'. Geen dor program, maar een 'essay' over hoe het verder moest! Daar konden de andere partijen een puntje aan zuigen!
Ik waardeer De Beus als een inventief sociaal filosoof, maar was toen niet zo onder de indruk. Een essay is volgens de oorspronkelijke, maar vergeten definitie in dr. Samuel Johnsons beroemde woordenboek (1747) 'een onregelmatig en onverteerd stuk', maar dat was niet mijn bezwaar. Dat was enerzijds dat het verkiezingsprogramma van een politieke partij niet als roman of essay geformuleerd moet zijn, want literaire vormen zijn strijdig met het doel: partij en kiezer zo precies mogelijk informeren over het voorgenomen beleid en de argumenten daartoe. Anderzijds vond ik dat het aan De Beus toegeschreven essay nauwelijks verschilde van een 'gewoon' verkiezingsprogramma. Deze kritiek bezorgde mij zure reacties van de vernieuwingsgezinden in de PvdA.
Vier jaar later - eigenlijk al eerder - is De Beus door de partijleiding afgedankt. 'Dat essay bleek tijdens de onderhandelingen over het regeerakkoord niet te operationaliseren,' meldt Kamerlid en partijvoorzitter Karin Adelmund. Daarom moest er nu iets praktisch en concreets komen. Ziehier de geboorte van een dolkstootlegende.
Het essay van De Beus bestond uit 151 paragrafen, die elk concrete voorstellen bevatten. Het nieuwe ontwerpprogramma van de PvdA bevat 301 paragrafen, waarvan zeer vele opvallen door het ontbreken van concrete voorstellen. Als de PvdA bij het regeerakkoord veel heeft ingeleverd aan de VVD, dan ligt dat niet aan essay-achtige van het vorige programma, maar aan de kwaliteit van de onderhandelaars.
Het VVD-ontwerpprogramma heb ik nog niet kunnen lezen, maar het kan nooit zo erg zijn als dat van D66, dat met 566 paragrafen een nieuw record vestigt.
Het CDA-ontwerp verdient een vriendelijker ontvangst, omdat het twee eigenschappen heeft die ik bij PvdA en D66 mis: (1) het is gebaseerd op ideeen en noties die in de partij zijn besproken; (2) het heeft, met zijn nadruk op gemeenschapsleven en zelfregulering, een leidende gedachte.
Met dit communitaristische programma probeert het CDA de ideologische ruimte te vullen die door de verrechtsing van de PvdA is ontstaan, en tegelijkertijd de kiezers die naar de VVD zijn overgelopen, terug te winnen. Een riskante omsingeling, maar met die strategie hakte Hannibal bij Cannae wel een sterker Romeins leger in de pan.
Sinds de interne partijdemocratie bij de PvdA is afgeschaft, wordt dit verhuld door het laten rondtrekken van een circus van vrijblijvende manifestaties met muziek. Zo ging het ook bij dit ontwerpprogramma. Er kwam een breed samengesteld programmaberaad, een congresconferentie, er waren tientallen kleinere clubs en bijeenkomsten, een heus boekwerk met 'bouwstenen voor het verkiezingsprogramma' zag het licht, maar uiteindelijk schreef een heel klein clubje in de partijleiding op eigen houtje het ontwerpprogramma.
Volgens het door de toenmalige partijvoorzitter tot systeem verheven hofprincipe kregen enige uitverkorenen de kans een steentje bij te dragen. Een zonder twijfel kwaadwillig iemand maakte mij wijs dat, net zoals Jos de Beus indertijd door Rottenberg als programschrijver was gevraagd, omdat ze vlak bij elkaar woonden, dit ontwerpprogramma door de buurman van Karin Adelmund is geredigeerd.
'Programma' is eigenlijk een te groot woord voor een catalogus die kritiekloos een iets nieuwere versie van het kabinetsbeleid bevat. Maar in dit opzicht is het PvdA-ontwerp niet uitzonderlijk. Politieke partijen willen steeds minder, behalve macht. Hun elites hebben er allerminst behoefte aan dat achterban en kiezers hen aanspreken op duidelijke uitgangspunten en harde beloften. Zwalken is de hoogste politieke wijsheid, zolang je maar blijft drijven.
Ontwerpprogramma's zijn de laatste jaren alleen nog van belang om kiezers te winnen. Wat een politieke partij na de verkiezingen doet, heeft waarschijnlijk niet veel met dat programma te maken. Soms is dat een opluchting: godzijdank heeft de PvdA in het ontwerpprogram niets te melden over het universitaire onderwijs en laat ze minister Ritzen vallen op zijn idiote voorstel over het universitaire onderzoek.
Voorzover een programma toch iets zegt over identiteit en aspiraties van een politieke partij vond ik dat van de PvdA huiveringwekkend. Voor het eerst in de moderne geschiedenis was afgelopen jaar het inkomen uit kapitaal in Nederland groter dan dat uit arbeid. Dat is ongelooflijk. Alleen voorstanders van het arbeidsloos inkomen als Marcel van Dam kunnen in hun handen wrijven, maar ik neem aan dat dit niet echt is waarnaar ze streefden. Nog ongelooflijker is het dat daarover in het ontwerpprogramma van de Partij van de Arbeid niets is te vinden. Terwijl de kosten van economische mondialisering overal worden afgewenteld op de factor arbeid en op de natuur en de voordelen worden opgestreken door de factor kapitaal, doet deze partij stilzwijgend of de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal achterhaald is.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 22-10-1997