Verslagen media
HET NOS-Journaal van de publieke omroep vond het vrijdagavond niet nodig de precieze uitslag te melden van de twee eindstemmingen in het impeachment-proces tegen president Clinton. Dat zou immers ten koste zijn gegaan van het minutenlange item over het 25-jarig bestaan van het roddelweekblad Story. Onbenulligheid in de nieuwsvoorziening is niet het monopolie van commerciele zenders of Amerikaanse media.
De uitslag was opzienbarend: met 55 tegen 45 stemmen verwierp de Senaat de beschuldiging dat de president meineed had gepleegd en met 50 tegen 50 dat hij de rechtsgang had belemmerd. Het stond allang vast dat er geen tweederde meerderheid zou zijn, nodig voor veroordeling. Maar dat de aanklachten van het Huis van Afgevaardigden zelfs niet een eenvoudige meerderheid zouden halen, had niemand verwacht.
Eigenaardig was dat overigens wel. Want beide aanklachten waren zo vaag geformuleerd dat de 'managers' van het Huis van Afgevaardigden in arren moede nog getuigen opriepen, terwijl zij dat voor de opstelling van die aanklachten overbodig hadden geacht. Het 25ste verhoor van Monica Lewinsky bracht voorspelbaar niets meer aan het licht dan de voorgaande verhoren.
Met deze uitslag is de mogelijkheid van de baan dat de Senaat Clinton alsnog berispt. Zo'n berisping was bij de Democraten en The New York Times lang favoriet als alternatief voor impeachment. Maar het is een middel dat niet past in de Amerikaanse staatsinrichting. Daarin staat de scheiding van machten centraal.
De president ontleent zijn politieke mandaat aan de kiezers, niet aan het Congres. Iedere senator staat het vrij in het openbaar te zeggen dat hij of zij het schandelijk vindt dat de president maandenlang publiekelijk heeft gelogen over zijn onoorbare relatie met een stagiaire. Een berisping van de Senaat zou echter de suggestie (of meer) wekken dat er een vertrouwensrelatie bestaat tussen de president en dit lichaam. Dit zou de kern van de staatsinrichting aantasten.
Enig precedent: president Andrew Jackson werd in 1833 berispt door een hem politiek vijandig gezinde Senaat. Na de tussentijdse verkiezingen van 1834 werd die berisping echter op grond van bovengenoemde staatkundige overwegingen vernietigd.
Ik heb steeds het standpunt ingenomen dat van de leugens van president Clinton over zijn relaties met een stagiaire niet aannemelijk was gemaakt dat zij op meineed neerkwamen en dat hoe dan ook een impeachment-procedure hier niet op zijn plaats was. Nu het mogelijk is op de hele affaire terug te kijken, vallen scherper dan ooit de volgende zaken op:
- De affaire begon met even vage als ingewikkelde verhalen in nette media over mogelijke malversaties van de toenmalige gouverneur Clinton in een onroerendgoedzaak (Whitewater). Noch de media, noch de bijzondere openbare aanklager Kenneth Starr hebben ooit ook maar iets van die beschuldiging kunnen waarmaken. Maar dat heeft ze er niet van weerhouden allerlei al even loze verdachtmakingen tegen de president te ventileren of tot object van onderzoek te maken.
Let wel: ik heb het dan niet over de rechts-extremistische onderwereld van de Verenigde Staten - die overigens niet weinig vertegenwoordigers onder Republikeinse Congresleden telt. Ik heb het over columnisten in gerenommeerde kranten als George F. Will en William Safire (oud-tekstschrijver van Nixon) die maandenlang over het echtpaar Clinton bleven schrijven als flessentrekkers, falsarissen en misdadigers, betrokken bij het verhullen van (zelf)moorden. Opmerkelijk was ook hoe snel de media - alweer: niet de rioolpers - klaar stonden met hun oordeel toen Starr in een uitgekiend publiciteitsoffensief de relatie van de president met Monica Lewinsky onthulde. Onmiddellijk weerklonk de roep om aftreden - ook in Nederlandse kranten. Zelfs The Economist kon het hoofd niet koel houden.
- Daar staat tegenover dat de media geen enkele moeite hebben gedaan de politieke context van de beschuldigingen tegen president Clinton te verhelderen. De diagnose van zijn echtgenote dat het hier om een rechtse samenzwering ging, is nooit serieus genomen. Toch zijn daarvoor overvloedige aanwijzingen. Te beginnen bij de vervanging van de vorige bijzondere openbare aanklager door Kenneth Starr, van wie bekend was dat hij de president haatte, maar ook dat hij als advocaat betrokken was bij de tabaksindustrie waartegen Clinton maatregelen voorbereidde.
In Nederland heeft de oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad, Andre Spoor, vorige week nuchter de overstelpende hoeveelheid aanwijzingen opgetekend dat het hier inderdaad gaat om een rechtse samenzwering, erop gericht de democratische keuze van de Amerikaanse kiezer ongedaan te maken.
Dat een journalist in ruste daartoe zonder ogenschijnlijk veel inspanning in staat is, maakt eens te meer het falen van de media duidelijk. In plaats van te komen tot een onbevangen berichtgeving over het doen en laten van politici en een zogenaamd bijzondere openbare aanklager, hebben zij zich in het algemeen voor een karretje laten spannen. Dat is een angstaanjagende conclusie, wat niet wordt goedgemaakt door het feit dat het Amerikaanse volk zijn gezonde verstand liet zegevieren.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 17-02-1999