Voldongen feiten


Elsevier 19-04-2003                           

Zojuist is op de Acropolis, het politiek-religieuze centrum van het ouden Athene, het toetredingsverdrag getekend, waarbij de Europese Unie wordt uitgebreid met tien nieuwe leden. Wat de stadstaat Athene, die in de derde eeuw voor Christus na een langdurige oorlog bezweek voor het nog militaristischer Sparta, te maken heeft met het moderne Europa is een raadsel dat maar beter niet kan worden opgelost . Maar in ´Europa´ heeft het nooit ontbroken aan pogingen het integratieproces op te sieren met uit hun verband gerukte verwijzingen naar een vaak ook nog imaginair verleden.

            De ondertekening van het toetredingsverdrag is de voorlaatste stap in het uitbreidingsproces. Als die eenmaal is gezet is het vrijwel onvermijdelijk dat Polen, Slovenië, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Cyprus, Tsjechië en Slowakije lid worden van de Europese Unie. Officieel gaat het lidmaatschap in op 1 mei 2004. Voor die tijd moeten de huidige lidstaten van de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten dit verdrag dan wel hebben geratificeerd. In een aantal staten zou dat kunnen door een referendum te houden, hetgeen in veel kandidaat-landen ook gebeurt. Wat de huidige EU-lidstaten betreft is een referendum mogelijk. Dat is indertijd voor de Bondsrepubliek zelf wel voorgesteld door de Duitse Eurocommissaris Günther Verheugen. Toenmalig staatssecretaris Dick Benschop heeft toen ook even gepiept over een referendum in Nederland. Daarover is sindsdien echter nooit meer iets vernomen, overeenkomstig de ijzeren wet die al geldt vanaf het begin van het proces van Europese integratie: de burgers mogen geen roet in het eten gooien.

            De burger heeft over de uitbreiding dan ook eigenlijk  nooit iets te zeggen gehad. Het principebesluit voor de uitbreiding werd in 1992 genomen door de Europese Raad. Dat zijn de regeringsleiders en de presidenten van Finland en Frankrijk. Die nemen zulke besluiten niet op basis van uitspraken van de volksvertegenwoordigingen van hun lidstaten. Het is precies andersom: de nationale parlementen mogen achteraf instemmen met wat op zo’n geheimzinnige Europese Raad is besloten.

            Die kandidaten kregen vervolgens de gelegenheid om aan te tonen of ze te zijner tijd aan de criteria voor het lidmaatschap zouden voldoen, een proces dat zo´n zeven jaar in  beslag nam. Vervolgens begon de EU met het controleren van de voorstelling van zaken die de kandidaat-leden hadden gegeven.

            De toetredingsvoorwaarden bestaan er in de kern uit dat de nieuwe leden niet alleen de verdragen die tezamen de constitutie van de Europese Unie vormen onderschrijven, maar ook de op basis daarvan gebaseerde wet en regelgeving en jurisprudentie tezamen, het zogenaamde acquis communitaire, dat volgens de laatste tellingen ruim 80.000 pagina´s beslaat. Het nu ondertekende verdrag bevat  veel (tijdelijke) uitzonderingbepalingen. Want de meeste nieuwe lidstaten kunnen helemaal nog niet voldoen aan het acquis communitaire, met name niet als het gaat om hun bestuurlijke en juridische capaciteitbestuur en rechtsstelsel.

            Dat is op alle mogelijke manieren toegedekt. De parlementen van de bestaande lidstaten hebben kritiekloos ingestemd met de uitbreiding.

            Dit alles past in een proces dat de Nederlandse politiek al veel te lang teistert. Grote, om niet te zeggen voor ons land existentiële besluiten, worden niet genomen na een uitvoerig publiek en politiek debat. Wie de euvele moed opbrengt om zo´n debat te vragen,  krijgt namelijk steevast te horen dat het gaat om een ‘gepasseerd station’. Maar op de vraag waar dat station dan ligt en wanneer het gepasseerd werd, volgt nooit een antwoord. Zo is het gegaan met de invoering van de EMU, zo is het gegaan met de uitbreiding van de NAVO en zo gaat het nu ook met de gelijktijdige toetreding van tien lidstaten tot de EU. Want het Nederlandse parlement zal het toetredingsverdrag zonder discussie ratificeren. Toen vorig jaar, bij het parlementaire debat over de toetreding, VVD en LPF even dwars gingen liggen, werd daar algemeen schande van gesproken, met als argumenten dat eigenlijk al het begin van de onderhandelingen over toetreding had ingehouden dat deze hoe dan ook door zou gaan.

            Vóór de het lidmaatschap van de tien feitelijk in werking treedt, moet de EU beter worden toegerust om effectief en legitiem bestuur te waarborgen in een uitgebreide Unie. Instituties en procedures van de Unie moeten daartoe vergaand worden hervormd. De laatste mogelijkheid hiertoe biedt de Europese Conventie, waarvan Nederland het belang schromelijk heeft onderschat. In het recente rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Slagvaardigheid in de Europabrede Unie wordt er nog eens op gehamerd dat parlement en regering veel te weinig gebruik maken van de mogelijkheden om het beleid van de Europese Unie te beïnvloeden. Het is te hopen dat deze waarschuwing ter harte wordt genomen nu in de komende maanden een nieuwe architectuur voor Europa wordt vastgesteld die van grote invloed zal zijn op de positie van Nederland in de wereld.

 

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
19-04-2003

« Terug naar het overzicht