Voor- noch achteruit
AL EVEN LANG als de oorlog in ex-Joegoslavie woedt in het Westen een debat tussen voor- en tegenstanders van militaire interventie. Net als de oorlog heeft dit debat perioden van betrekkelijke rust en perioden van intense strijd. De laatste maanden is het rustig. De antiinterventionisten hebben het immers steeds gewonnen. Niet op de opiniepagina's van de grote kranten, maar wel in de kanselarijen van de grote staten.
Steeds waren er sterke argumenten om niet met militaire middelen te trachten een eind te maken aan de slachting in Bosnie-Hercegovina. Die argumenten zijn zelfs sterker geworden, want anti-interventionisten van nu komen vaak met het argument dat in een eerder stadium van de oorlog militaire interventie wel succes zou hebben geboekt.
Het alternatief voor militaire interventie werd humanitaire hulp, in afwachting van het eind van de oorlog en het tot stand komen van een vredesregeling. De laatste komt er maar niet, en het eerste evenmin. Daarmee ligt de Britse politiek aan duigen. Deze was vanaf het begin alleen maar antiinterventionistisch. De grote Britse VN-troepenmacht is er vooral als middel om elk optreden tegen de ergste van de strijdende partijen uit te sluiten. Al meer dan een jaar voorspelt de Britse regering een einde van de oorlog, omdat de Bosniers die hebben verloren.
In de zogenoemde Europese Unie geeft Groot-Brittannie de toon aan, omdat Duitsland om constitutionele en historische redenen noch aan humanitaire, noch aan militaire interventie van de Verenigde Naties in ex-Joegoslavie kan meedoen, en omdat een politiek gedesorienteerd Frankrijk zich meestal liever bij het Verenigd Koninkrijk aansluit dan als kampioen van Duitsland optreedt. De kleinere landen hebben niets in te brengen, zoals Nederland al enkele malen heeft gemerkt. Of dat anders wordt nu het Nederlandse gewicht in de Joegoslavische kwestie met twaalfhonderd man gevechtstroepen bovenop de tweeduizend man ondersteuningseenheden wordt vergroot, staat nog te bezien.
De Verenigde Staten speelden al onder president Bush een lamentabele rol door in het geheel niets te doen, en het is onder zijn opvolger nog veel erger geworden. De Bosnie-politiek van Clinton en Christopher, of liever gezegd: het ontbreken van ook maar iets wat op een weloverwogen en consistent beleid lijkt, is nu al de zwarte bladzijde uit een zo veelbelovend begonnen presidentschap.
De resultante van deze politieke krachten is de politiek van humanitaire interventie. Deze is uitgelopen op een schandelijke vertoning, waarbij het langzaamaan uitmoorden van de Bosnische bevolking draaglijk wordt geacht als ze af en toe wat te eten en te drinken krijgt van de VN en er niet te veel tegelijk door een granaat worden geraakt in de 'veilige gebieden' die de Veiligheidsraad vorig jaar instelde. Meer dan de helft van de hulp wordt ingepikt door de oorlogvoerenden en de rest wordt verstrekt op de condities die degenen stellen die deze hulp noodzakelijk maken.
Omdat dat er maar geen eind (of zicht daarop) komt aan deze gang van zaken, is de situatie ondraaglijk aan het worden - voor de Europese Unie, voor de Navo en voor de Verenigde Naties. Hun geloofwaardigheid hebben deze instellingen de afgelopen twee jaar al in hoge mate verloren. Maar langzamerhand gaat het om meer: hun bestaan en hun bestaansrecht.
Dat, en dat alleen, verklaart het ultimatum dat de Navo vorige week afkondigde. Het is in strijd met alle militaire en politieke argumenten die de afgelopen twee jaar tegen militaire interventie zijn verkondigd. Waarom valt er alleen het geschut onder dat rond Sarajevo staat opgesteld? Waarom niet dat rond de andere 'safe havens'? Of moeten er per 'safe haven' eerst 68 mensen door een granaat worden vermoord, voordat men in aanmerking komt voor deze bescherming achteraf? Waarom richt het ultimatum zich niet tegen alle gewelddadige optreden tegen alle 'safe havens'? Volgens de voorspelbare logica van deze oorlog hebben de Bosnische Serviers er na het ultimatum meteen een schepje bovenop gelegd bij het beschieten van een andere 'safe haven'.
Wie een militaire actie al van tevoren en publiekelijk beperkt tot een bepaald wapen, roept mislukking over zich af of ongewilde escalatie. De zware wapens van de Serviers (als de kranten in Belgrado overlijdensadvertenties van gesneuvelde Servische officieren plaatsen, kan men hier de schijn opgeven dat het alleen maar om Bosnische Serviers gaat) kunnen niet enkel en alleen vanuit de lucht worden vernietigd. Daarvoor zijn niet alleen waarnemers op de grond nodig, maar ook gevechtsteams die gemakkelijk verplaatsbare mortieren opsporen en al dan niet met hulp uit de lucht vernietigen.
De eenheden van Unprofor worden als de eerste bom valt, gedwongen zich als gevechtstroepen op te stellen en zullen dan steun en versterking behoeven. Het Britse cynisme gaat niet zo ver dat de Conservatieve regering het bij Unprofor dienende bataljon Coldstream Guards door de Serviers laat uitmoorden om zo aan te tonen dat de kwetsbaarheid van Unprofor inderdaad militaire interventie onmogelijk maakt. Voert men echter dit slappe ultimatum wel uit, dan leidt dat precies tot de onberaden oorlog waartegen de anti-interventionisten al twee jaar met zoveel ijver waarschuwen.
Maar nu meer dan de helft van de bedenktijd voor de Serviers is verstreken, ziet het er niet naar uit dat het ultimatum wordt uitgevoerd. Het grote gechicaneer is al weer begonnen. Kanonnen hoeven al niet meer teruggetrokken of ingeleverd te worden, ze kunnen ook 'onder toezicht' van de VN blijven staan waar ze staan. De VN weigeren mee te delen hoeveel stukken geschut daar nu onder vallen, zoals ze ook weigeren uit te leggen wat 'onder toezicht' betekent. Men kan er dus maar beter van uitgaan dat hier hetzelfde gebeurt als indertijd in Krajina, waar de eerste de beste keer dat zij dat wilden, de Serviers hun zware wapens weer in gebruik namen zonder dat de toezichthouders van de VN een vinger uitstaken.
Als het ultimatum verstrijkt en dat gebeurt, heeft het averechts gewerkt. De politici van het Westen hebben zichzelf de keus opgelegd tussen onberaden oorlog en nog verder falen.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 16-02-1994