Voorspelbare verwarring

Nog voor het eerste schot in de oorlog tegen Irak was gelost, had deze al grote verwoestingen elders teweeggebracht. De verhouding tussen Europa en de Verenigde Staten is er door op een dieptepunt beland, de NAVO is politiek irrelevant geworden en de Europese Unie heeft zware averij opgelopen.

            Ook in ons land veroorzaakte de oorlog al in zijn eerste fase ongelukken. De demissionaire regering kwam te kijk te staan toen de Amerikaanse bevelhebber, generaal Franks, zondag voor de camera’s verscheen met zijn hand op de schouders van een Nederlandse overste, als bewijs van de brede steun die het Amerikaanse militaire optreden geniet. Daarmee kwam het regeringsstandpunt – wel politieke, geen militaire steun – in een potsierlijk licht te staan. Het werd binnenlands toch al gezien als een raar compromis, waarmee het CDA zijn toekomstige regeringspartner, de PvdA, wilde paaien, zonder zijn bestaande coalitiegenoten, VVD en LPF,  te schofferen.

            Met precies hetzelfde standpunt mocht de Spaanse premier Aznar twee weken geleden op de Azoren staan naast de twee grote oorlogsleiders. Maar die standplaats dankte Aznar vooral aan het feit dat Spanje, met Bulgarije, de enige leden van de Veiligheidsraad waren, waarvan president Bush jr zeker was toen hij nog middels een resolutie in dit lichaam een mandaat van de VN voor zijn oorlog wilde verwerven.

            En terwijl Spanje inderdaad geen enkele militaire bijdrage aan de oorlog tegen Irak levert, is de stationering van Nederlandse Patriotraketten in Zuidoost Turkije toch niets anders dan een onderdeel van deze oorlog. Anders was overste Blom niet op het Amerikaanse hoofdkwartier gestationeerd.

            Zo krijgt het kabinet enerzijds het verwijt halfslachtig te zijn, terwijl het anderzijds van de voorstanders  van de oorlog geen waardering oogst voor de feitelijke Nederlandse steun aan de oorlog.

            Binnenlands richtte de oorlog nog grotere schade aan bij de PvdA en haar aanvoerder Wouter Bos. De PvdA heeft de oorlog veroordeeld omdat deze is begonnen zonder gelegitimeerd te zijn is door de Verenigde Naties en dus in strijd is met de internationale rechtsorde. Maar vervolgens verklaarde Bos dat, nu het ging om de keuze tussen Bush jr en Saddam Hoessein ging, de PvdA uiteraard voor de eerste koos. Dat was vooral een onnodige uitspraak, want van zo’n keuze was en is geen sprake. Wie deze oorlog als illegitiem afwijst, kiest daarom niet voor de Iraakse dictator. De uitspraak veroorzaakte vervolgens heel voorspelbaar verwarring in de PvdA en daarbuiten. Deze leidde tot een CDA-PvdA-overleg dat zeven uur duurde en werd afgesloten met een raadselachtig communiqué. Hieruit moest men opmaken dat de partijen hun meningsverschillen over de oorlog achter zich hadden gelaten. Maar de tekst riep meer vragen op dan ze antwoorden bevatte. Neem deze zin: ‘Partijen accepteren het beroep op resolutie 1441 als feitelijke grondslag voor de interventie in Irak’. Deze kan op twee manieren worden gelezen. De eerste is deze: CDA en PvdA constateren dat de VS en het Verenigd Koninkrijk zich op resolutie 1441 van de Veiligheidsraad beroepen als rechtvaardiging voor hun oorlog. Dat is een feitelijke en juiste constatering. Maar het gaat er toch om wat zij vinden van dit beroep? En dan luidt het antwoord dat het CDA vindt dat het beroep op resolutie 1441 terecht is, terwijl de PvdA vindt van niet.

            Bovenstaande zin kan echter ook gelezen worden als een acceptatie van de uitleg die het CDA (in het voetspoor van Washington) aan resolutie 1441 heeft gegeven. Dan heeft de PvdA zijn afwijzing van de volkenrechtelijke grondslag van deze oorlog laten vallen.

            In de zoveelste brief hierover die Bos heeft verstuurd, wordt die afwijzing echter gehandhaafd. Ik hoorde Wouter Bos in NOVA verklaren dat hij ‘zelfs’ Jan Pronk en schrijver dezes van de juistheid van zijn standpunt wilde overtuigen. Teveel eer echter – waar het om gaat is dat zijn standpunt niet zonder uitleg voor iedereen duidelijk en begrijpelijk is.

            Maar het eigenlijke probleem in deze hele zaak is dat het kabinet Balkenende vanaf september 2002 de kwestie Irak gebagatelliseerd heeft en blindelings de Amerikaanse politiek is gevolgd zonder zelfs maar een poging te doen dit beleid te argumenteren. Dat begon al in september,  toen minister De Hoop Scheffer de Tweede Kamer desgevraagd liet weten dat een resolutie van de Veiligheidsraad ‘wenselijk’ (dus: niet noodzakelijk) was als het tot militair ingrijpen kwam. Ook demissionair heeft deze minister, heeft het kabinet, nooit een enigszins samenhangende argumentatie aangevoerd op grond waarvan Nederland politieke steun zou moeten verlenen aan een oorlog begonnen in strijd met de internationale rechtsorde.

            Het is niet alleen dit standpunt, maar ook het gebrek aan politieke competentie dat eruit spreekt, dat de zwakke stee vormt onder het nog steeds voorgenomen kabinet.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
27-03-2003

« Terug naar het overzicht