Vredesplan betekent interventie

DE AFGELOPEN WEEK heeft zich onmiskenbaar een kentering in de publieke opinie van het Westen afgetekend. Steeds meer wordt het vredesplan van Cyrus Vance en Lord Owen voorgesteld als het enige alternatief dat rest.

In Bosnie-Hercegovina zijn twee van de drie strijdende partijen nog steeds niet bereid dat plan te accepteren. Een van die partijen is de wettige en internationaal erkende regering van dat land. Maar daarbuiten zijn langzamerhand alle staten er verschrikkelijk voor. Zij zien in het plan de enige oplossing, zij het niet voor Bosnie-Hercegovina. Dat is even lichtvaardig als zelfstandige staat opgegeven als de wereldgemeenschap het een jaar geleden als zodanig erkende.

Nee, het plan is de oplossing voor hun probleem: hoe de verantwoordelijkheid te ontlopen om eindelijk iets te doen aan de gruwelijkste en gevaarlijkste gewelddadigheden in Europa sinds 1945. Het enige effectieve alternatief was militaire interventie. Maar dat hebben de EG-staten en de Verenigde Staten steeds uitgesloten. Het regelmatig luidkeels verklaren dat men militair geen vinger zou uitsteken was niet aan dovemansoren gesproken. Het is een van de voornaamste factoren waardoor het bloedbad op de Balkan zijn huidige schaal heeft gekregen.

Ook de vredesonderhandelingen, die al bijna een half jaar duren, hebben tot nu toe alleen maar tot verheviging van het geweld geleid. De boodschap van Europese Gemeenschap en Verenigde Naties aan de partijen in ex-Joegoslavie is hard en ondubbelzinnig, ze staat alleen niet op schrift: wie vecht en wint wordt beloond, wie vecht en verliest wordt gestraft. De grenzen in Bosnie-Hercegovina worden pas op de onderhandelingstafel vastgelegd als ze eerst in het land zelf met bloed en ijzer zijn getrokken.

Het vredesplan van Vance en Owen is niet in zijn geheel openbaar gemaakt en er wordt kennelijk nog steeds aan gesleuteld. De onderhandelingen gaan door, ook al zijn ze in Geneve mislukt. Het wachten is dan ook niet meer op de instemming van de onderhandelingspartners uit Bosnie.

Lord Owen wond er bij zijn aankomst in New York geen doekjes om, met de karakteristieke arrogantie die hem vroeger zo'n geliefd politicus in het Lagerhuis maakte: het wachten is op de instemming van de onervaren Amerikaanse regering, die moet beseffen dat ze eigenlijk verantwoordelijk is voor het doorgaan van de oorlog, zolang Clinton en de zijnen zo wijsneuzig zijn te denken met iets beters voor de dag te komen dan wat hij en Vance hebben uitgedokterd.

Tegelijkertijd heeft Lord Owen zich echter welsprekend verdedigd tegen de beschuldiging dat hij niets anders doet dan 'Realpolitik' bedrijven en uit is op de 'vrede van het kerkhof'. Wat er tot nu toe bekend is geworden van het vredesplan ondersteunt die verdediging. De regeling gaat veel verder dan de VN ooit voor een soevereine staat hebben voorgesteld.

De regering van het nieuwe Bosnie zou gaan bestaan uit een presidium van negen leden, drie uit elke bevolkingsgroep. Hun benoeming is in het plan onderworpen aan de goedkeuring van Owen en Vance, die in de hoofdstad Sarajevo een permanente vertegenwoordiger stationeren. Uit het plan blijkt dat deze in feite namens de VN en de EG proconsul van Bosnie-Hercegovina zou zijn. Uit het presidium zou een president worden gekozen, die elke vier maanden wordt afgelost.

De besturen van de tien semi-autonome provincies worden naar evenredigheid uit de drie bevolkingsgroepen samengesteld, met dien verstande dat elke bevolkingsgroep in het bestuur van elke provincie vertegenwoordigd moet zijn.

Zowel de nationale regering als de provinciale besturen dienen de gevolgen van de etnische zuiveringen ongedaan te maken. Het land en de bezittingen van verdrevenen moeten worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaars, ook al hebben die er onder druk afstand van gedaan. Elke burger krijgt het recht internationale waarnemers te vragen naar gebieden te komen waar mensenrechten in gevaar zijn.

Een nieuwe VN-troepenmacht van 25.000 man moet toezicht op de naleving van de akkoorden gaan uitoefenen; hun mandaat moet ook voorzien in het in beslag nemen en bewaken van zware wapens, het bewaken en openhouden van doorgangswegen en het beslechten van geschillen. Het plan voorziet ook in een internationaal tribunaal voor de berechting van gepleegde oorlogsmisdaden.

Als het allemaal waar is, zou Bosnie-Hercegovina in feite onder mandaat van de VN en de EG worden geplaatst, tenminste tot er vrije verkiezingen mogelijk zijn. En dat kan lang duren, want de Servische vernietiging van kadasters en burgerlijke stand zal het aanleggen van kiesregisters ten zeerste bemoeilijken.

Het plan heeft echter een Achilleshiel. Het veronderstelt dat alle partijen ermee instemmen en zich eraan houden. Alleen op die basis kan immers van 'peace keeping' onder auspicien van VN en EG sprake zijn. Die instemming is er echter niet en zal er ook niet komen als de Bosnische, Kroatische en Servische hoofdrolspelers onder gezamenlijke druk van de Veiligheidsraad, het Witte Huis en de EG alsnog handtekeningen zetten. Wat die waard zijn, weten wij nu wel. Uitvoering van dit vredesplan wordt dan precies zo gefrustreerd als het afgelopen jaar gebeurde met Vances vredesplan voor Slavonie en Krajina (de door Serviers bezette gebieden in Kroatie). In zo'n situatie komt het vredesplan neer op uitstel van de keuze wegwezen of ingrijpen.

Neen, het plan-Owen/Vance heeft alleen kans van slagen als VN en EG niet alleen handtekeningen afdwingen, maar ook de uitvoering ervan. Dat zou neerkomen op een veel verdergaand mandaat voor de vredesmacht en het zou ook neerkomen op het stationeren van een veel grotere troepenmacht in Bosnie-Hercegovina. Bij de Navo schijnt die te worden geschat op tenminste 200.000 man. Dat komt mij realistisch voor.

Zo'n uitkomst zou een vreemde paradox opleveren. Het 'vredesproces' werd immers opgezet als het enige alternatief voor grootscheepse (en langdurige) militaire interventie in voormalig Joegoslavie. Maar precies daarop komt een serieuze vredesregeling neer. Het is op zijn minst de verdienste van het plan-Owen/Vance dat deze consequentie er zo helder en onverbiddelijk uit voortvloeit.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
10-02-1993

« Terug naar het overzicht