Waarom Gore niet won
Vrienden van de Italiaanse opera weten hoe het zit: 'It's not over before the fat lady has sung'.
Bij de Amerikaanse presidentsverkiezing is rechter Nikki Ann Clark de fat lady. Zij beslist vandaag over de klacht van een Democraat in het kiesdistrict Seminole. Daar kregen Republikeinen van partijgenoten in de kiescommissie toestemming om niet volledig ingevulde formulieren van volmachtstemmers alsnog geldig te maken. Democraten kregen die kans niet. Als de klacht wordt toegewezen, worden alle volmachtstemmen ongeldig verklaard en verliest Bush met meer dan 4000 stemmen van Gore in Florida.
Maar dan is het de beurt aan andere fat ladies. Als Gore de twee beroepszaken die nu bij het Hooggerechtshof van Florida liggen verliest, geeft hij de strijd op. Wint hij, dan is het allerminst zeker dat Bush zich daarbij neerlegt. De schermutselingen kunnen nog wekenlang doorgaan, ook nadat het kiescollege op 18 december een president heeft aangewezen. Doldrieste Republikeinen in het Congres hebben geopperd dat het Congres de aanwijzing van de kiesmannen kan aanvechten. In Florida wil gouverneur Jeb Bush dat de Republikeinse meerderheid in het Congres van Florida morgen zelf de kiesmannen van Florida benoemt, zonder een defintieve verkiezingsuitslag in de staat af te wachten.
Het Federale Hooggerechtshof heeft inmiddels de zaak van de hertellingen en de termijn waarbinnen deze zijn toegestaan, terugverwezen naar het Hooggerechtshof van Florida. De Republikeinen, anders kampioen van de rechten van de staten tegenover de federale instituties, hadden deze aangespannen. Het was veemd dat het Hooggerechtshof de zaak in behandeling nam. Nooit eerder heeft het zich gemengd in verkiezingsprocedures van staten, waar van federale wetgeving geen sprake is. Toen het deze onberaden stap had gedaan, was een slappe terugverwijzing kennelijk de enige mogelijkheid om het eigen gezicht te redden.
Het alternatief, een verdeelde uitspraak langs partijpolitieke lijnen, zou het prestige van het hof ernstig, zoniet onherstelbaar hebben aangetast. Snedige commentatoren hadden al opgemerkt dat, nu het met de stembus niet zo lukte, Bush jr met behulp van het Hooggerechtshof van zijn vader en de politieke macht van zijn kleine broer naar het Witte Huis geduwd moet worden.
Want inmiddels is overduidelijk geworden dat in Florida niet iedere stem telt. Ondeugdelijke stemmachines, onduidelijke stembiljetten en misleidende informatie zorgden ervoor dat in arme, zwarte en Democratische kiesdistricten drie keer zoveel stemmen ongeldig zijn verklaard als in rijke, blanke en Republikeinse.
In het kiesdistrict Miami-Dade misten de stemmachines meer dan 10.000 stemmen. Het alsnog tellen van die stemmen werd gestaakt nadat de kiescommissie was geïntimideerd door een bende Republikeinen, of een door Republikeinen gehuurde bende. Eén lid van de kiescommissie (drie leden) veranderde toen van standpunt en dat was genoeg.
In Nederland houden sommige commentatoren echter maar niet op te jubelen hoe mooi de democratie in de Verenigde Staten zelfs nu werkt. Zij laten dan ook nog het belangrijkste aspect van die democratie ongenoemd.
In alle beschouwingen over deze verkiezing ben ik maar weinig de vermelding tegengekomen van het feit dat net iets meer dan de helft van de kiesgerechtigde Amerikanen naar de stembus ging, dat meer dan honderd miljoen thuis zijn gebleven.
Dat waren vooral mensen met een gemiddeld inkomen of lager. 80% van de Amerikaanse bevolking verdient $50.000 per jaar of minder. In 1992 kwam 63% van de kiezers uit deze categorie, in 1996 was dat gedaald tot 52% en bij deze verkiezingen tot 47%. Daarentegen is het aantal kiezers met een inkomen van boven de $100.000 per jaar van 9% in 1996 gestegen tot 15% op 8 november j.l.
Zulke cijfers bevestigen wat de voorbeelden van haperende kiesmachines en verwarrende procedures in armere kiesdistricten in Florida al deden vermoeden: de democratie in de Verenigde Staten is steeds meer een democratie van en voor de rijken. De politici stemmen beloften en politiek af op hun belangen, want daar zijn de stemmen te halen en vooral ook het geld om campagne te voeren.
Toen Al Gore halverwege de verkiezingscampagne het even over een andere boeg gooide en zich presenteerde als kampioen van de gewone man tegen de miljonairs en grote ondernemingen werd dat door verkiezingsdeskundigen - ook Hans Anker in deze krant - als een grote fout beschouwd. Zo verwijderde Gore zich volgens hen van het heilige midden. Maar omdat de Democraten zo ver naar rechts zijn opgeschoven, ligt het politieke midden van de verkiezingsdeskundigen in het midden van de rijke helft van het Amerikaanse electoraat. De andere helft doet niet mee, tot grote tevredenheid van de Republikeinen, terwijl Gore na deze ene uitschieter niet het risico durfde nemen om die andere helft aan te spreken. Daarom won hij niet.
Bart Tromp
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 07-12-2000