Waarschuwing uit Ierland
NIEMAND WEET HOE het verder moet, nu de Ierse kiezers bij referendum het Verdrag van Nice hebben afgewezen. Dit verdrag kwam in november vorig jaar tot stand op een slecht geleide topconferentie van Europese staatshoofden en regeringsleiders, die vier dagen en nachten duurde. Het heeft nog weken geduurd voordat de lidstaten tot overeenstemming konden komen over wat in Nice was afgesproken.
Het Verdrag van Nice is voorlopig het laatste in een lange reeks. De integratie van Europa begon met het Verdrag van Parijs (1951), waarmee de Europese Kolen- en Staalgemeenschap tot stand kwam. In de voorbije halve eeuw is ongeveer een dozijn verdragen gesloten, waarmee die integratie in grotere of kleinere stappen is versterkt. De belangrijkste zijn het Verdrag van Rome (1958) en het Verdrag van Maastricht (1992).
Bij het eerste werd de Europese Economische Gemeenschap in het leven geroepen, en dit verdrag is nog steeds het grootste en belangrijkste van de Europese Verdragen. Met het Verdrag van Maastricht werden de bestaande Europese samenwerkingsverbanden, aangevuld met nieuwe, ondergebracht in een nieuw, overkoepelend geheel, dat van de Europese Unie.
Al bij 'Maastricht' kon de klacht worden vernomen dat de politieke elite van Europa verstrekkende besluiten nam - bijvoorbeeld de invoering van een monetaire unie en een gemeenschappelijke munt - waarover van tevoren geen publiek debat was gevoerd en geen democratische besluitvorming had plaatsgevonden. In staten waar zo'n Europees verdrag althans achteraf bij referendum aan de wil van de kiezers werd onderworpen, liep het toen in Denemarken mis en in Frankrijk bijna.
Het ligt in de aard van het Europese proces dat het nooit af is. Dat komt niet alleen doordat nieuwe staten aankloppen, maar vooral doordat het eigenaardige van dit proces eruit bestaat dat afspraken - dus ook verdragen - opzettelijk zo vaag worden gehouden dat iedereen zich erin kan vinden. Die vaagheid roept echter later de behoefte op in een nieuw verdrag zaken verder en duidelijker te regelen, meestal op grond van een inmiddels gegroeide praktijk.
Na Maastricht is dit proces vastgelegd in de instelling van zogenoemde Intergouvernementele Conferenties (IGC's), die zich buigen over veranderingen of uitbreidingen van de bestaande verdragen. Zo'n IGC wordt jarenlang ambtelijk voorbereid en culmineert ten slotte in een topconferentie van de Europese staatshoofden en regeringsleiders. Zij moeten unaniem tot zulke wijzigingen en aanvullingen besluiten, die vervolgens in de vorm van een verdrag worden vastgelegd. Zo kwam in 1996 het Verdrag van Amsterdam tot stand, dat op zijn beurt weer leidde tot de IGC die in Nice werd afgerond.
Op deze wijze krijgt de constitutionele vormgeving van Europa gestalte en het is duidelijk dat aan deze gang van zaken twee grote tekorten kleven. Het eerste is dat ze zich grotendeels in het geheim afspeelt en geen - of pas in een heel laat stadium - publieke discussie mogelijk maakt, zowel in volksvertegenwoordigingen als onder burgers. Het tweede is dat tijdens zo'n topconferentie staatshoofden en regeringsleiders onder een veel te hoge tijdsdruk beslissingen nemen met verstrekkende gevolgen, die zij zeker op dat moment niet goed kunnen overzien en waarvoor ze van kiezers noch gekozenen een inhoudelijk mandaat hebben gekregen.
Nu krijgen de Ierse kiezers te horen dat ze dom, kortzichtig en ondankbaar zijn, vooral degenen die tegen hebben gestemd. Zij zouden geen oog hebben voor het belang van de Europese integratie en hebben gestemd uit angst voor en weerzin tegen een verdrag waarvan ze de precieze inhoud niet eens kennen.
'Kortzichtig egocentrisme' oordeelde de Irish Times, maar dat oordeel trof ook de thuisblijvers. Immers, als niet tweederde van de Ierse kiezers was thuisgebleven, was het referendum anders uitgevallen, omdat onder de thuisblijvers de potentiele ja-stemmers overheersen. Maar de pro-Europese Ierse politieke partijen zijn er niet in geslaagd hen te mobiliseren, terwijl ook uit opinieonderzoek al duidelijk was geworden dat die kiezers niet tevreden waren over de beschikbare informatie.
Net als na het Deense referendum over het Verdrag van Maastricht, zal er nu ook wel via ingewikkelde en ondoorzichtige manoeuvres voor gezorgd worden dat het Verdrag van Nice toch van kracht wordt, al zal die reddingsactie pas succes hebben als ze in een tweede referendum door de meerderheid van de Ierse kiezers wordt onderschreven. Het beschaafde gescheld op de Ierse kiezers dat nu in Brussel en de Europese hoofdsteden valt te beluisteren, is echter geheel en al misplaatst.
De laatste tien jaar blijkt uit opinieonderzoek dat in de lidstaten onder de bevolking geen meerderheid te vinden is voor ingrijpende besluiten zoals de invoering van de euro en de uitbreiding van de Unie met twaalf staten in Oost-Europa. Het Ierse veto moet worden opgevat als een waarschuwing dat de huidige vorm van het integratieproces steeds minder door de Europeanen wordt geaccepteerd.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 14-06-2001