Weg met deze vernieuwing’, Het Parool, March 6, 2003

Soms bekruipt je het gevoel: waarom wil die en die in de krant, voor de radio of op de televisie? Wat wil hij (of zij daarmee duidelijk maken aan de lezers, kijker en luisteraars? Bij mij kwam die vraag op bij het kijken naar de VPRO-documentaire ‘Wouter – achter de schermen van een onverbiddellijke verkiezingscampagne’, zondagavond j.l. over  PvdA-lijsttrekker Wouter Bos.

            Dat gevoel werd het sterkst toen Bos ondervraagd werd over de ‘vernieuwing’ in de PvdA. Niets lag meer voor de hand dan vragen in deze richting, want tenslotte was dit juist het thema waarop Bos binnen en buiten de partij heeft getamboereerd bij zijn twee verkiezingscampagnes, de eerste om lijsttrekker te worden, de tweede die voor de Tweede Kamerverkiezingen.

            De reactie van Bos was even openhartig als onthullend. Hij vroeg zich eerder al verbaasd af waar de overwinning (of de voorafgaande nederlaag) nu eigenlijk aan toe te schrijven was, waar het verkiezingsprogramma waar hij voor had geijverd nauwelijks verschilde van dat met Ad Melkert als lijsttrekker.

            Ik begon mijn tenen te krommen toen Bos begon te klagen over de ideeënarmoede in de PvdA en deze vervolgens overtuigend demonstreerde, toen hij met zijn remedie kwam: net als  Nokia zou de PvdA elk kwartaal met nieuwe ideeën komen om zo zijn concurrenten voor te blijven.

            Dit was de verschrikkelijke taal van managers, die niets weten van de inhoud van bedrijfsprocessen weten en alleen maar denken in termen van ‘targets’ die gehaald moeten worden. En alweer de misser om een politieke partij te vergelijken met een bedrijf. Een serieuze politieke partij moet niet steeds met nieuwe ideeën komen, maar ervoor zorgen dat ze de ideeën op grond waarvan ze kiezers heeft geworden uitvoert.

            De documentaire over Wouter Bos onderstreepte voor de fijnproever dat het probleem van de Partij van de Arbeid niet een gebrek aan vernieuwing is, maar het feit dat de partij in de afgelopen tien jaar juist een grondige en fundamentele metamorfose heeft doorgemaakt. Dat dit in het algemeen noch binnen, noch buiten de PvdA wordt opgemerkt, is zelf weer een resultaat van die vernieuwing. Want zo’n constatering kan alleen maar gemaakt worden door mensen die ofwel uit eigen ervaring, ofwel op grond van kennis van het verleden, weten welke veranderingen zich in de afgelopen tien jaar hebben voorgedaan. Bos, zelf een product van deze metamorfose, kent de PvdA uit eigen ervaring pas sinds hij beroepspoliticus  werd, niet veel meer dan vier jaar geleden.

            De drie belangrijkste elementen in de vernieuwing die de PvdA vanaf begin jaren negentig heeft doorgemaakt zijn deze. Allereerst is de partij programmatisch in hoog tempo opgeschoven naar rechts, iets wat zich onder andere demonstreert in het feit dat nooit sinds de oprichting van de PvdA zoveel kiezers stemmen op de partijen links van de PvdA, GroenLinks en de Socialistische Partij. Deze wending naar rechts was even ondoordacht en intellectueel oppervlakkig als het malle linksisme dat de PvdA in de jaren zeventig en tachtig naar buiten toe typeerde.

            In de tweede plaats heeft de vernieuwing gestalte gekregen in een onophoudelijke doorstroming van politieke vertegenwoordigers. Deze verkiezing is weer met veel poeha de PvdA-fractie in de Tweede Kamer ‘vernieuwd’. Maar dat was met evenveel poeha ook al het geval bij de verkiezingen van 2002, die van 1998 en die van 1994. Steeds weer worden nieuwe volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer neergezet, vrijwel altijd geselecteerd als representant van een bepaalde groep en niet of nauwelijks op reeds gebleken persoonlijke politieke ervaring en capaciteiten, vaak met nauwelijks een binding aan de partij. In zijn terugblik spreekt oud-Kamerlid Bert Middel over ‘yuppie-socialisten’, die politiek als een ‘bedrijfsmatig proces’ zien, niet als een kwestie van kiezen op grond van ideeën of idealen’, voor wie P.J. Troelstra een onbekende was naar wie straten zijn genoemd.

De meesten mislukken of worden mislukt geacht en verdwijnen vaak al vóór het einde van hun vierjarige periode even geruisloos als ze luidruchtig zijn binnengehaald. De derde ‘vernieuwing’ is de neergang van de PvdA als democratische vereniging en de systematische verwaarlozing van constitutioneel-democratische regels. In de oude PvdA, die van de jaren zeventig en tachtig, werden interne meningsverschillen gereguleerd door gebruik te maken van de regels en procedure’s van de interne democratie. Dat was soms om moe van te worden, maar het was wel eerlijk en transparant. In de afgelopen tien jaar worden die regels echter routinematig als lastig genegeerd en neem de informalisring van de macht toe.

            ‘De partij van de Arbeid van Wouter Bos’ zou zich zo snel mogelijk van déze vernieuwingen moeten bevrijden.

 

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
06-04-2003

« Terug naar het overzicht