Wereldvreemd realisme
DE ARGUMENTEN TEGEN militair ingrijpen in voormalig Joegoslavie zijn sterker dan ooit. In GrootBrittannie klinken ze het luidst en twee weken geleden werden zij in The Times met nietsontziende duidelijkheid op een rijtje gezet. Tegen de stelling dat Europa niet werkeloos kon toezien bij de moordpartijen in Bosnie-Hercegovina, luidde het simpele weerwoord: waarom niet?
Dat doen wij toch ook als het om Armenie, Soedan en Birma gaat? Ja, maar dit is toch Europa's achtertuin? Alleen maar als wij het zo definieren. En zelfs dan moeten de bewoners van de achtertuin zelf maar orde op zaken stellen. Maar maar waarom dan geen strengere sancties om Milosevic ten val te brengen? Stupide maatregel, volgens The Times. Sancties werken altijd averechts. Vraag maar aan Saddam Hoessein, Castro en Kadhafi.
Moeten wij onze ogen dan sluiten voor nazi-achtige wreedheden? Hierop luidt het antwoord dat geen partij in ex-Joegoslavie het monopolie op wreedheid heeft en dat aan die wreedheden geen eind komt door geallieerde bombardementen. Heeft het Verenigd Koninkrijk dan geen verplichtingen ten opzichte van de Verenigde Naties en de Europese Gemeenschap? Nou, alleen maar om het lijden wat te verlichten, niet om een Bosnische nederlaag te voorkomen. Het zenden van troepen helpt niets en leidt tot dezelfde uitzichtloze toestand als in Libanon.
De auteur van het Timesartikel keert zich zelfs tegen wapenstilstanden. Die beroven gematigde Serviers van hun geloofwaardigheid en geven de Bosniers valse hoop. Een eind aan de oorlog is alleen mogelijk als er een gematigd bewind in Servie aan de macht komt en daarvoor is vrede in Bosnie nodig, 'ook al is het de verschrikkelijke vrede van verlaten dorpen'.
Ik geeft dit artikel zo uitvoerig weer, omdat het hardop stelt wat de meeste regeringen in Europa denken, en waarnaar zij handelen. De 'humanitaire hulp' in het kader van de VN wordt gezien als een noodzakelijk kwaad om de sentimentele publieke opinie tevreden te stellen. De staatslieden van Europa weten precies wat zij daaraan hebben. Televisiebeelden van uitgehongerde gevangenen en als varkens geslachte baby's zorgen nu voor de roep om 'ingrijpen'. Maar de publieke opinie zou als een blad in de boom omdraaien als de eerste kisten met gesneuvelde soldaten thuis worden afgeleverd. Dat weten zij, de staatslieden en hun experts en raadgevers. Zij kunnen het alleen niet hardop zeggen, want ze leven in een democratie en de gewone staatsburgers kunnen de harde werkelijkheid nu eenmaal niet onder ogen zien.
Ik geloof niet dat er sinds de Tweede Wereldoorlog zo'n kloof heeft bestaan tussen de opvattingen van de staatsburgers in Europa en het cynisme van hun politieke elites (uitzonderingen als Paddy Ashdown, Jacques Delors, tegenwoordig ook Hans van den Broek, Lord Owen en enkele anderen daargelaten). Zelfs al zou de cynische diagnose van deze politieke elites juist zijn, dan nog zou alleen al die discrepantie een politiek probleem van de eerste orde betekenen. Het komt er immers op neer dat tientallen miljoenen volwassen staatsburgers door hun gekozen leiders voor de gek worden gehouden.
Maar de diagnose is fout. Zij berust op een verkeerde metafoor. De metafoor is die van de oorlog in ex-Joegoslavie als een brand die maar beter kan uitwoeden. Daarna kan de as worden opgeruimd en dan... Ja, wat dan? Daarover geeft de metafoor geen aanwijzingen. De brand gaat niet vanzelf uit, maar verspreidt zich over de Balkan als er niets tegen wordt ondernomen. Het scenario van deze uitbreiding heb ik maanden geleden al in deze krant beschreven ('Derde Balkanoorlog is in voorbereiding', Het Parool van 1 augustus) en tot nog toe houden alle acteurs zich er perfect aan.
Inderdaad, de spanningen in Kosovo en Macedonie zijn verder opgelopen. Ja, de verontwaardiging van islamitische staten, met name Turkije, over de westerse passiviteit in BosnieHercegovina neemt grotere (en politiek-militaire) vormen aan. Ja, het prestige van de EG heeft een enorme deuk opgelopen. Ja, het grootscheepse vluchtelingenprobleem bedreigt de interne stabiliteit van grote Europese staten. Enzovoort.
Het op hun beloop laten van de klein-Servische expansiepolitiek en de systematische genocide - de term die de Commissie voor Mensenrechten van de VN voor haar rekening neemt - waarmee die gepaard gaat, getuigt van een politiek realisme dat alleen maar wereldvreemd kan worden genoemd.
Maar hoe zit het dan met al die militaire deskundigen die uitleggen dat het onmogelijk of te duur (in geld en mensenlevens) is wat te ondernemen tegen de grootste moordpartij in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog?
Een vraag van een leek. In een oorlog die nu bijna een jaar duurt, zijn de Servische strijdkrachten er nog altijd niet in geslaagd het veel zwakkere, grotendeels gemproviseerde, van zware wapens als tanks en vliegtuigen verstoken Bosnische leger te verslaan. Waarom zou een vele malen beter uitgeruste en getrainde geallieerde strijdmacht dan machteloos staan tegen de Servische milities?
Maar ik begrijp heel goed de terughoudendheid van de militaire experts, zoals ik ook heel goed begrijp waarom er nooit meer iets is gehoord van de operatieplannen die binnen de Navo zouden worden opgesteld voor een eventueel ingrijpen in ex-Joegoslavie. Militairen houden in het algemeen nog minder van oorlog dan anderen. Maar zij hebben helemaal geen zin in het ontwerpen van plannen voor militaire interventies die in de plaats worden gesteld van een duidelijke en vastbesloten politiek. Die laatste is er niet, dank zij het wereldvreemde realisme van de Europese staatslieden. Vandaar dat de militaire experts roepen dat er niets kan.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 09-12-1992