Wisseling van de macht
TERWIJL IEDEREEN speculeerde over het land waar Slobodan Milosevic een toevluchtsoord zou kunnen vinden, verscheen de weggestemde op de Servische televisie om zijn verlies toe te geven. Hij zei zich opgelucht te voelen omdat hij zijn zware verantwoordelijkheden na zo veel jaren neer kon leggen. Hij was van plan te gaan genieten van een welverdiende rust en daarna als leider van de Socialistische Partij zijn inspanningen ten dienste van Klein-Joegoslavie voort te zetten.
Dit optreden was zo bizar, dat ik heb zitten schudden van het lachen. Maar eenmaal uitgelachen, kwam het mij ook als een dreigement voor. Over het mechanisme van de machtswisseling in Belgrado weten wij nog steeds zo goed als niets. Hoge officieren zouden Milosevic met geladen pistolen hebben gedwongen zijn verlies toe te geven. Zou best kunnen.
Maar kern van de vraag is waarom het machtsapparaat van Milosevic, de krijgsmacht en vooral de speciale politie, niet in actie kwam om een einde te maken aan de demonstraties en stakingen tegen zijn pogingen de verkiezingsuitslag te vervalsen.
Dat hebben zij tenslotte eerder en vaker gedaan. Ik ben de tel kwijtgeraakt hoe vaak Milosevic het opperbevel van de strijdkrachten verving door een nieuwe lichting generaals, die hem meer loyaal was. De speciale politie, vele tienduizenden man sterk, vormde zijn riant betaalde en uitgeruste praetoriaanse garde. De media, waarop de overgrote meerderheid van de Servische bevolking was aangewezen voor alle informatie, stonden zo goed als compleet onder zijn controle. De economische macht in het land berustte bij de half politieke, halfcriminele kliek rond hem.
Zijn regime werd niet voor de eerste keer massaal uitgedaagd. Alle vorige keren overleefde Milosevic door een combinatie van geweld, geduld en arglist. Het grote verschil met al die vorige keren was dat hij deze keer met een verenigde oppositie had te maken, met Kostunica als onbesproken voorman. Eerdere opposities kenden ook wel fatsoenlijke leiders, vooral van kleinere partijen, maar de grootste werd aangevoerd door een halvegare als Vuk Draskovic, die het Milosevic nooit moeilijk maakte zijn tegenstanders tegen elkaar uit te spelen.
Een autoritair regime stort echter nooit in elkaar door de kracht van de oppositie, maar altijd doordat het het geloof in zichzelf verliest. In de loop van de vorige week moeten van hoog tot laag mensen in het machtsapparaat tot de conclusie zijn gekomen dat de positie van Milosevic onhoudbaar aan het worden was. Daardoor werd deze inderdaad onhoudbaar - het mechanisme dat in de sociologie bekend staat als de zichzelf waarmakende voorspelling.
Het kan niet anders of zij hebben echter met Kostunica afspraken gemaakt, waarvan het niet aan het Haags tribunaal uitleveren van Milosevic en de andere in staat van beschuldiging gestelde Servische militairen en politici er slechts een is. Deze afspraken hebben een vreedzame overgang van de officiele macht mogelijk gemaakt, maar zij schepen president Kostunica met kolossale problemen op.
Terwijl hij er al genoeg heeft. In afwachting van de parlementsverkiezingen in december, heeft hij te maken met een parlement dat in meerderheid op de hand van Milosevic was. Zijn eigen positie is tamelijk paradoxaal: het presidentschap was door Milosevic op een ongrondwettige manier van een ceremoniele functie veranderd in een met uitgebreide politieke volmachten. Terugkeer naar constitutionele verhoudingen zou inhouden dat Kostunica zijn eigen functie ontmantelt.
Deze houdt ook in een herdefinitie van de relatie tussen het eigenlijk Servie aan de ene kant en Kosovo en Montenegro aan de andere kant. Die relatie is door de machtswisseling alleen maar moeilijker geworden. Met Milosevic aan de macht was het niet goed voorstelbaar dat Kosovo ooit nog onder Servisch bestuur terug zou keren en heel waarschijnlijk dat Montenegro zich uit de Klein-Joegoslavische federatie zou terugtrekken.
Nu Milosevic uit de macht is ontzet, is het niet langer mogelijk de discussie over de toekomstige status van beide gebieden te ontlopen. Een herstel van de Servisch-Montenegrijnse federatie is niet onmogelijk, maar vraagt op zijn minst om nieuwe constitutionele verhoudingen tussen de beide deelstaten. Met Kosovo ligt dat anders. Het is nagenoeg uitgesloten dat de niet-Servische Kosovaren, de overgrote meerderheid van de bevolking, nog bereid zijn op te gaan in zo'n staatsverband, zelfs niet als hun autonomie wordt hersteld.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 12-10-2000