Wonderlijk Gezelschap

Twee jaar jaar geleden liep de top van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Seattle in het honderd. Voor het eerst vertoonde zich hier de beweging van de anti-globalisten, tienduizenden sterk. Door de afwezigheid van serieuze voorbereiding was de conferentie hoe dan ook op niets uitgelopen, maar nu konden de demonstranten de mislukking op hun conto schrijven.

In de pers zijn ze toen algemeen afgedaan als een onmogelijke coalitie van wereldverbeteraars, protectionisten, new-age-adepten, overjarige marxisten, macrame-idealisten en ontwikkelingshulphelpers. Ze werden vergeleken met de luddieten, ambachtslieden die aan het begin van de negentiende eeuw in Engeland de machines stuksloegen die hun werk overbodig maakten. In de commentaren was de algemene teneur dat de demonstranten niet serieus moesten worden genomen.

Daar heb ik mij indertijd tegen gekant. Zeker, de anti-globalisten vormen een raar gezelschap. Onvergetelijk was een groep stevige dames van middelbare leeftijd die in de stromende regen met ontbloot bovenlijf door de straten van Seattle marcheerden onder het spandoek Veganist Dykes Against the World Trade Organization; veganistische potten tegen de WTO. Maar onmiskenbaar manifesteerde zich hier voor het eerst een transnationale politieke beweging. Dat was nieuw. Sinds de moderne politiek ten tijde van de Franse Revolutie (1789) ontstond, is deze altijd georganiseerd geweest op het niveau van staten. Pogingen tot internationalisme, zoals die van de vroege socialisten, liepen snel dood. Terwijl een groot deel van de politiek zich nog steeds voordoet op het niveau van staten, zijn er daarbuiten nieuwe, transnationale arena's ontstaan. Vele daarvan hebben nauwelijks een politieke dimensie. Het internationale postverkeer werd gereguleerd in een van de eerste transnationale organisaties, de Universal Post Union (1874), maar die draagt een technisch karakter.

Lang gold dit ook voor de wereldwijde onderhandelingen om vrijhandel te bevorderen. Die hadden sinds 1947 plaats via de GATT, het algemene verdrag op handel en tarieven. Doel was een eind te maken aan het protectionisme dat staten in de jaren dertig hadden ingevoerd om de gevolgen van de Grote Depressie buiten de deur te houden - met funeste gevolgen. 'Koopt Nederlandse waar, dan helpen wij elkaar.' De GATT had succes: tariefmuren gingen omlaag en internationale handel gedijde. Maar de onderhandelingen verliepen steeds stroever. De laatste GATT-ronde duurde van 1986 tot 1994. In 1995 werd de GATT omgezet in de WTO.

Waarom werd de regulering van de wereldhandel sindsdien een politiek strijdpunt, in plaats van een zaak van ambtelijk overleg? Dat heeft er in elk geval mee te maken dat de discussie over vrijhandel niet alleen gaat over import- en exporttarieven, maar ook om zaken als intellectueel eigendom en de bescherming van cultuur. Vrijhandel is niet in ieders belang, zeker niet op de korte termijn. In het geval van cultuur ging Frankrijk dwarsliggen. Franse films en tv-series zouden bij een open markt worden weggevaagd door Amerikaanse, die veel goedkoper zijn te produceren, dankzij de veel grotere thuis- en exportmarkt.

Zeker is dat de anti-globaliseringsbeweging ATTAC is opgericht naar aanleiding van het artikel 'Ontwapen de markt' in Le Monde Diplomatique (1998). In het kader van mijn college over mondialisering hebben studenten een kleine inventarisatie gemaakt van anti-globaliseringsbewegingen. De meeste zijn vier of vijf jaar oud. Ze hebben in het algemeen een informele organisatiestructuur, vormen netwerken van geinteresseerde en goedopgeleide activisten in rijke landen. Vrijwel allemaal richten ze zich tegen vrijhandel.

Al deze bewegingen zijn niet uit het niets ontstaan. Zij komen voort uit anarchistische groepjes, vrouwen- en ontwikkelingsbewegingen, milieuorganisaties, vakbonden en nog veel meer. Opvallend is dat van een relatie met politieke partijen geen sprake is. De standpunten lopen uiteen van harde afwijzing tot kritiek op de onevenwichtige wijze waarop vrijhandel gestalte krijgt: ten koste van de zwakken in de wereldeconomie. Van een gemeenschappelijk programma of een gezamenlijke strategie is geen sprake.

Sinds 'Seattle' hebben we massale demonstraties gezien waar de WTO, de G7 of de Europese Top vergadert. Maar met de acties in Genua - een dode - is van deze weg het einde bereikt, terwijl de wereldelite op steeds exotischer en ontoegankelijker plaatsen bijeenkomt. De WTO-top vindt deze week plaats in Qatar, in de hoop demonstranten buiten te sluiten.

Toch is het gelijk van de anti-globaliseringsbeweging in een belangrijke zaak nu pijnlijk bevestigd door haar grootste tegenstander, de huidige Amerikaanse regering. Die was de meest dogmatische verdediger van patentrecht op medicijnen, waardoor arme landen niet in staat zijn massaal geneesmiddelen aan te schaffen tegen, bijvoorbeeld, aids. Nu echter heeft de Amerikaanse regering octrooihouder Bayer onder druk gezet om tegen lagere prijzen het antibioticum tegen miltvuur te leveren. Zo verloochent ze zonder omwegen haar principes.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
10-11-2001

« Terug naar het overzicht