Wouter Bos, wisselwachter

Het is al weer jaren geleden dat Wim Kok van de Den Uyl-lezing gebruik maakte om de PvdA haar ideologische veren uit te trekken. Dat was tijdens het hoogtij van ‘paars’, toen alle politieke problemen herleid leken te kunnen worden tot technische vraagstukken. De oude droom van socialisten én liberalen scheen zo uit te komen. Volgens de eersten zou het bestuur over mensen uiteindelijk plaats maken voor het beheer over zaken, terwijl de laatsten meenden dat consequente doorvoering van het marktbeginsel een einde aan de politiek zou maken.

Het brak ze zuur op bij de verkiezingen van vorig jaar, de PvdA meer dan de VVD. Ook in ideologisch opzicht. De VVD kon nog meedrijven in het kielzog van het neoliberalisme, de sociaal-democraten niet. Hun eigen identiteit waren ze in de paarse kabinetten grotendeels kwijtgeraakt. Die identiteit is ook niet herwonnen bij de kamerverkiezingen van januari. De overeenstemming met het CDA over het te voeren sociaal-economisch beleid in de mislukte formatie is een blok aan het been bij het voeren van oppositie tegen het CDA-VVD-D66-kabinet dat uiteindelijk tot stand kwam.

Nu aan de dag is getreden dat de politieke identiteit van partijen er nog steeds toe doet, blijkt de PvdA in een ideologisch vacuüm te verkeren. Dat werd vorig jaar allerminst gevuld door de wedstrijd om het lijsttrekkerschap, want die ging om personen tussen wie geen duidelijk verschil in politieke opvattingen aanwijsbaar was.

Des te bevreemdender is het nu te lezen dat de winnaar, Wouter Bos, er na zijn overwinning even over gedacht had de PvdA op te heffen. Had hij dat niet beter vóór zijn verkiezing kunnen melden? Verder trouwens ook een vreemde mededeling – alsof een lijsttrekker zijn eigen partij op zou kunnen heffen. De PvdA komt nu vrij met de schrik: van Bos kan ze nog acht jaar blijven bestaan, dan is ze opgegaan in één van de twee partijen die in Nederland overblijven na invoering van een districtenstelsel. Als het aan hem ligt.

Vóór die tijd moet de PvdA echter eerst ‘drie ideologische wissels omzetten’, zo deelde Bos een paar weken geleden het Politiek Forum van deze partij mee. ‘Het eerste slachtoffer zal daarbij het klassieke gelijkheidsideaal zijn.’ Helaas legde Bos niet uit wat dit ‘klassieke gelijkheidsideaal’ inhoudt, maar zei dat ‘wij ons te vaak hebben laten verleiden dat te willen zien als gelijke uitkomsten in plaats van als gelijkwaardigheid’. Wie zijn die ‘wij’? Ik ken in geen sociaal-democratisch programma, geen sociaal-democratische theorie, geen sociaal-democratische politicus die het streven naar meer gelijkheid heeft opgevat als het streven naar gelijke uitkomsten voor iedereen.

Dat is dus niet het ‘klassieke gelijkheidsideaal’, ook niet volgens Wouter Bos, die deze verkeerde, en door hem zelf bedachte invulling van dit ideaal met veel omhaal afwijst. (Door hem zelf bedacht? Ik ben dit verhaal al eerder tegengekomen bij een ander nieuw Kamerlid van de PvdA, en die had het weer van de Britse Third Way  overgeschreven.) Volgens Bos bestaat dat ‘klassieke gelijkheidsideaal’ uit de notie van gelijkwaardigheid. Maar waarom hij dat dan ook afwijst blijft duister, evenals de argumentatie dat in plaats van ‘gelijkheid’ ‘participatie’ de ‘nieuwe centrale notie voor de sociaal democratie’ moet worden. ‘Het moet er niet om gaan of iedereen hetzelfde krijgt maar of iedereen naar eigen mogelijkheden mee kan draaien in werk, bestuur en buurt.’ Was de PvdA dan altijd voor het eerste en tegen het tweede?

De tweede wissel die de PvdA van Bos moet nemen is ‘dat we minder (moeten) hechten aan beheersing en controle en meer ontspannen om gaan met kwaliteit en diversiteit’. Maar wat voor wissel is het dan wel die moet worden omgezet om deze nietszeggende algemeenheden betekenis te geven? Daarover heeft de fractieleider echter geen andere toelichting dan meer nietszeggendheden,  zoals ‘de eigen keuzes die mondige burgers maken echt de ruimte geven’.

De derde wissel houdt in dat de PvdA op moet houden met een consumentisme waarin mensen als klanten in plaats van als burgers worden gezien en overheid en publieke diensten als bedrijven worden opgevat. ‘Afstappen van het consumentisme en doorpakken naar burgerschap’, heet dat in  het vreselijke proza waarin de toespraak van Wouter Bos is geschreven.

Om eerlijk te wezen wist ik niet dat de PvdA in de afgelopen jaren al zover naar rechts was doorgeschoven. Kenmerk van de traditionele sociaal-democratische beweging is immers altijd geweest dat ze naar volwaardig burgerschap streeft.

Maar Wouter kent kennelijk het spoor van de sociaal-democratische trein niet. Dat leidt tot deze drie ernstige wisselstoringen die hij teweeg wil brengen

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
03-07-2003

« Terug naar het overzicht