Zondagse praat

 

 Afgelopen week hield Maxime Verhagen, sinds kort minister van Buitenlandse Zaken, in zijn vaderstad Maastricht een toespraak die duidelijk was bedoeld om uiteen te zetten wat hij zich voorstelde te gaan doen. Of liever gezegd, op welke uitgangspunten hij zijn beleid wil baseren. Zo'n toespraak is altijd een moeilijke passage tussen een Scylla en een Charybdis. De Scylla is in dit geval het gevaar dat de uitgangspunten op dooddoeners en algemeenheden neerkomen. De Charybdis bestaat eruit dat het verhaal neerkomt op een lijst aan elkaar gelaste afzonderlijke thema's, zonder een consistente logica.

 Je kunt niet zeggen dat CDA'er Verhagen zonder averij deze beide gevaren heeft gepasseerd. Zijn grote boodschap luidt dat hij een 'realistische koers' wil varen, maar dan wel op basis van een 'morele orientatie'. 'Dat wil zeggen dat ik wil streven naar een betere wereld, niet alleen omwille van dat ideaal, maar ook omdat een betere wereld beter is voor Nederland.' Maar wat is nu eigenlijk het onderscheidend karakter van dit uitgangspunt? Waarin verschilt het van de politieke koers die zijn voorganger(s) volgden? Of is er eigenlijk helemaal geen verschil, en herhaalt Verhagen hier in algemene bewoordingen wat al heel lang de vanzelfsprekende basis is van het Nederlandse buitenlandse beleid? De enige manier om daarachter te komen, zou eruit bestaan dat Verhagen duidelijk zegt waarin hij wil verschillen van zijn voorganger(s). Maar dat doet hij niet. Zodoende blijft de toehoorder achter met de vraag of hier een originele lijn is gekozen, dan wel dat hij is getrakteerd op zondagse praat.

 De enige keer dat Verhagen zichzelf profileert ten opzichte van anderen, loopt dat eigenlijk niet goed af. Dat is in het blok over Europa - de rede bestaat uit een vijftal blokken, waarbij de verbindende lasnaden wel erg duidelijk zichtbaar zijn. Dan zet hij zich af tegen 'nationaal georienteerde, anti-Europese partijen', waarmee hij de PVV van Geert Wilders en de SP van Jan Marijnissen bedoelt. Wel wat gemakkelijk, dat 'anti-Europees' als het gaat om de SP. Die partij heeft gewoon een heel andere opvatting over hoe de Europese Unie eruit moet zien. Is ze daarom 'anti-Europees'?

 Uitvoerig zet Verhagen vervolgens uiteen waarom 'Europa' goed voor Nederland is. Hij trekt ook zijn les uit het referendum over het grondwettelijk verdrag. Zoals: 'Geen Brusselse bemoeienis met zaken die we prima zelf kunnen regelen, zoals onze pensioenvoorzieningen, onze hypotheekaftrek, onze gezondheidszorg en ons onderwijsstelsel.' Maar dit nieuwe Europese standpunt is wel het gevolg van de campagne tegen het grondwettelijk verdrag die onder andere door de SP is gevoerd. Daarvoor hadden Verhagen en het CDA toch werkelijk heel andere ideeen over 'Europa'. Dit maakt zijn slotsom dat hij zijn verantwoordelijkheid als minister zou ontlopen als hij de nee-stem zou interpreteren 'alsof we nu een nationalistische koers zouden moeten gaan varen' ietwat hypocriet, want dat is precies wat hij voorstelt.

 Een dooddoener van formaat slingert Verhagen zijn gehoor in het gezicht als hij een keuze tussen een Europese of een Atlantische signatuur achterhaald acht: 'Ik voel mij Europeaan en atlanticus ineen.' Volgen de gebruikelijke gemeenplaatsen over gemeenschappelijke waarden, etcetera. Maar dan volgt een rare zin: 'Loyaliteit betekent niet: kritiekloos zijn jegens onze grootste bondgenoot.' Kennelijk vindt Verhagen dat Nederland 'loyaal', letterlijk 'getrouw aan' de Verenigde Staten moet zijn. Wat is dat voor een rare opvatting over de betrekkingen tussen onafhankelijke staten?

 Vervolgens meldt Verhagen dat Nederland in dit verband Amerika op het terrein van het klimaat en de naleving van mensenrechten op Guantanamo Bay kan aanspreken. Uit die formulering maak ik niet op dat hij dat ook gaat doen. Wel dat Verhagen geen problemen heeft met Guantanamo Bay als zodanig, een Amerikaans gevangenkamp buiten het Amerikaanse rechtssysteem.

 In het blok over mensenrechten, dat aan dat over trans-Atlantische betrekkingen voorafgaat, slaat de bewindsman heel wat fermere taal uit. 'Die mensenrechten en fundamentele vrijheden gelden voor iedereen, overal, en onder alle omstandigheden.' Deze ferme taal slikt Verhagen als het om de Verenigde Staten gaat onmiddellijk in. Mensen gevangen houden zonder dat ze van een strafbaar feit zijn beschuldigd en zonder dat ze uitzicht hebben op een eerlijk proces, dat zijn toch fundamentele aantastingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
09-06-2007

« Terug naar het overzicht