Zoveel volken, zoveel staten?
IN DE International Herald Tribune werd vorige week becijferd dat er zo'n 3500 'volken' op de wereld leven, terwijl er nog geen 200 staten bestaan. Als elk 'volk' een eigen 'staat' moet hebben, staat ons dus nog wat te wachten. Toch is dit de laatste eeuw het eerste gebod van staatsvorming geworden.
Sinds 1918 is dat eerste gebod zelfs min of meer internationaal recht geworden, toen president Woodrow Wilson het zelfbeschikkingsrecht van naties (= volken) proclameerde en niet werd tegengesproken. De Volkenbond was op dit principe gebaseerd en de Verenigde Naties zijn het evenzeer. Ook al komt dat neer op 'a standing invitation to secession', een open uitnodiging tot afscheiding.
Aan het idee van het zelfbeschikkingsrecht ligt een misverstand ten grondslag. Het is in het algemeen niet zo dat er eerst een duidelijk herkenbaar 'volk' is, dat zich daarna een staat schept. Historisch is het precies andersom gegaan. In een meestal bruut gevecht om macht en territorium hebben zich staten gevormd en als dat eenmaal was gebeurd, werd de bevolking van de staat met behulp van dwang en mythen tot een 'volk' gesmeed. Het Franse 'volk' ontstond pas in de loop van de negentiende eeuw, dankzij de politiek van Parijs die alle regionale talen en culturen meedogenloos onderdrukte en dankzij de mythe van het 'ene en ondeelbare' Frankrijk, dat al eeuwen zou hebben bestaan.
Frankrijk is een model van 'geslaagde' staatsvorming - ook al kampt het tegenwoordig met enig Corsicaans en Bretons separatisme, dat verder gaat dan folklore. Maar bij mislukkende staatsvorming, of bij desintegratie van staten valt te verwachten dat in veel sterkere mate nieuwe 'volken' worden uitgevonden.
Dat is wat zich nu afspeelt in Midden- en Oost-Europa. Verschillen en tegenstellingen die in Nederland onschuldig en zelfs een beetje lachwekkend zijn - bij voorbeeld die tussen Friezen en Groningers - krijgen een witgloeiende intensiteit en worden politieke breuklijnen. Die verschillen zijn niet een historisch gegeven. Ze zijn allereerst politiek geconstrueerd, vaak met gebruikmaking van historische mythen. Zo wordt sinds de ineenstorting van Joegoslavie zowel door het Servische als door het Kroatische regime gewerkt aan een 'zuivere' Servische, respectievelijk 'zuivere' Kroatische taal, in plaats van het Servo-kroatisch dat Serviers en Kroaten verbond.
Het 'zelfbeschikkingsrecht der volken' heeft daarom iets paradoxaals, voorzover het wordt opgevat als 'een volk, een staat'. Pas als er een staat is, komt er immers een volk. Maar de staat heeft nu juist zijn bestaansgrond in de eraan voorafgaande existentie van een 'volk-dat-er-nog-niet-is'. Als dit zo is, is het dan niet verstandig het 'zelfbeschikkingsrecht der volken' sterk te relativeren, evenals het axioma: een volk, een staat?
Maar daarmee vervalt ook een ander axioma van de bestaande wereld: dat de zelfstandige nationale staat de enige legitieme politieke grootheid is en dat de hele wereld daarom moet bestaan uit zulke staten en uit niets anders. Op enkele resterende kolonieen (Hong Kong, Macao, de Nederlandse Antillen) na en het uitzonderingswerelddeel Antarctica, is dat nu inderdaad het geval.
Een aantal jaren geleden is in Groot-Brittannie al eens een debat gevoerd over de onafhankelijkheid van allerlei eilandjes in de Carabische Zee. Was het eigenlijk niet onzinnig om zulke eilanden, vaak niet veel groter dan Texel en onmogelijk tot militaire, politieke en economische zelfstandigheid bij machte, uit te dossen als volwaardige staten, die in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een even grote stem hebben als de Verenigde Staten? De conclusie was, ja: dat is onzinnig, maar daar moet men maar mee leren leven. Er is erger.
Toch is het opmerkelijk dat de drang naar onafhankelijkheid op de Nederlandse Antillen, inclusief het daarvan afgescheiden Aruba de afgelopen jaren sterk teruggelopen is.
De ervaringen van Suriname, dat de onafhankelijkheid kreeg opgedrongen, zijn daaraan niet vreemd. De laatste jaren wordt zowel daar als hier openlijk en serieus gedacht aan een Nederlandse betrokkenheid bij Suriname die van de zogenaamde onafhankelijkheid niet alles heel laat. En het door-en-door corrupte zelfbestuur van Sint Maarten is voorlopig opgeschort. Nederlands ingrijpen moet er schoon schip maken.
Dat kan, binnen een koloniale verhouding. Vandaar dat het eerste pleidooi voor vormen van rekolonisering al is vernomen - van de socioloog en commentator J.J.A. van Doorn, in HP/De Tijd, vorige week. Hij stelt dat vrijwel alle kolonien die in de afgelopen veertig jaar onafhankelijke staten zijn geworden erop achteruit zijn gegaan. Zeker. (Al is er geen reden om het koloniale verleden van, laten wij zeggen, Belgisch Kongo of Frans Indochina ook maar enigszins te idealiseren.) Maar rekolonisering is politiek ondenkbaar. Het primaat van de soevereiniteit van de staat is nog steeds de basis van de internationale orde. Juist daardoor echter verkeert die orde in toenemende wanorde.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 26-08-1992